Tekst Dannis 't Hart
Foto RIVM

Soms krijgt het RIVM een vraag over historische objecten die radioactief materiaal bevatten. Deze zomer was de vraag wel heel bijzonder: Zitten er pacemakers met plutonium in de grond in Kerkrade? De Ongevalsorganisatie Straling sloeg aan het graven en zocht het tot op de bodem uit.   

De casus: pacemakers met plutonium 

Een pacemaker moet, om zijn werk te kunnen doen, gevoed worden door een batterij. In de eerste generatie pacemakers in de jaren ‘70 werd de energie van de batterij geleverd door de radioactieve stof plutonium (Pu-238). Om te zorgen dat voor de patiënt het middel niet erger is dan de kwaal, zat de plutonium goed verpakt in de titanium behuizing van de pacemaker.   

De melding 

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Straling (ANVS) kreeg deze zomer de melding dat er enkele tientallen van deze pacemakers begraven zouden liggen in de bodem van een stuk braakliggende grond in Kerkrade. Op dit terrein stond vroeger het bedrijf dat deze pacemakers maakte. De melder gaf ook heel concrete aanwijzingen waar de pacemakers begraven zouden zijn. Omdat het terrein binnenkort bebouwd gaat worden is op basis deze informatie een risicoanalyse gedaan. De ANVS besloot daarop dat geprobeerd moest worden om de pacemakers terug te vinden en riep de hulp van het RIVM in. 

De mogelijke risico’s en onzekerheden 

De halveringstijd van Pu-238 is 88 jaar. Op basis van literatuuronderzoek en met de beschikbare aanwijzingen hebben we ingeschat dat de sterkte van de radioactieve bronnen in theorie kan oplopen tot 4 terabecquerel. Dat zijn sterktes die grote zorgvuldigheid en beschermingsmaatregelen nodig maken. Wat we niet wisten is hoe lang de pacemakers onder de grond lagen. Ook wisten we niet of ze nog heel waren, of wellicht radioactief materiaal lekten.  

De voorbereiding 

Eerst moest er veel afgestemd worden tussen veel verschillende partijen. De ANVS als bevoegd gezag, de gemeente Kerkrade, de voormalige en huidige terreineigenaar, een aannemer voor het graafwerk, stralingsdeskundigen van het RIVM, deskundigen van de COVRA, en natuurlijk de communicatieadviseurs van alle betrokken partijen. Vervolgens hebben we een meetstrategie opgesteld voor de noodzakelijke graafwerkzaamheden. En een team samengesteld om dit veldwerk uit te voeren.  

Graafwerkzaamheden in Kerkrade RIVM

Het veldwerk en conclusie  

Dankzij de goede voorbereiding en de deskundigheid op het gebied van radioactiviteit heeft het veldwerkteam als een geoliede machine gefunctioneerd. Vanaf de start van de werkzaamheden zijn er voortdurend metingen verricht en alle afgegraven grond is op radioactieve besmetting gecontroleerd. Het eindresultaat? De pacemakers zijn niet teruggevonden. En dat was de best mogelijke uitkomst. Hadden we ze wel gevonden, dan zou dat zowel voor het milieu als voor alle betrokkenen een veel minder gunstige situatie zijn geweest. Ondanks de complexiteit heeft de Ongevalsorganisatie Straling het bevoegd gezag snel uitsluitsel kunnen gegeven. Een klus die letterlijk tot op de bodem is uitgezocht!