Tekst Julika Vermolen
Foto Sander Koning
Wat gebeurt er als er een melding bij het MEBI binnenkomt? Twee beoordelaars vertellen hoe ze te werk gaan: René van der Bel en Meike Smeenk. Vakkennis én betrokkenheid kenmerkt hun werk.
Elke melding die binnenkomt wordt aan een beoordelaar toegewezen. René: “Eerst kijk je welke gezondheidsklacht er is gemeld bij wat voor implantaat. Er zijn immers nogal veel verschillende soorten gezondheidsklachten en soorten implantaten. Elke klacht registreren we in onze database, hoe vreemd deze misschien ook lijkt. Het gaat erom wat iemand als bijwerking ervaart.” Ook als iemand twijfelt of een gezondheidsklacht een bijwerking is van een implantaat, is het belangrijk om te melden. “Alle informatie heeft waarde,” vult Meike aan.
Patronen herkennen
De beoordelaars ordenen en verwerken alle meldingen volgens een bepaald systeem. Daardoor kunnen ze patronen herkennen. Voor alle denkbare aandoeningen en afwijkingen van het lichaam is een code, legt René uit. “Bij onduidelijkheden gaan we er met elkaar over in gesprek.” Het is mogelijk om verschillende gezondheidsklachten te melden. Het kan ook zijn dat iemand als klacht vermoeidheid meldt, en in de toelichting nog andere klachten beschrijft. Bijvoorbeeld dat hij slecht slaapt en een verminderd geheugen heeft. “Voor die persoon draagt dat bij aan de vermoeidheid, maar wij registreren het als aparte klachten die we apart coderen,” aldus René.
Vaak heeft een beoordelaar nog vragen nadat de melding helemaal is doorgelopen. Bijvoorbeeld omdat iets niet helemaal duidelijk is. Deze vragen kan de beoordelaar op een beveiligde manier aan de melder stellen; het gaat immers om medische informatie. Meike: “We willen een zo compleet mogelijk plaatje hebben en ook kijken of andere factoren invloed kunnen hebben op de gezondheidsklachten.” Want een complete melding levert de meeste informatie op. “We weten dat het tijd kost om het meldformulier in te vullen,” vervolgt ze. “Maar hoe meer iemand invult, hoe meer we ermee kunnen. Wel werken we er samen met patiënten continu aan om het melden en het meldformulier eenvoudiger te maken.”
Implantaatkaart
Het is onder andere belangrijk om te weten om welk implantaat het precies gaat, dus welk merk, type, serie- en batchnummer. René: “Als mensen deze informatie niet invullen, vragen we of ze dat nog kunnen achterhalen, bijvoorbeeld via de arts. Bij oudere implantaten kan dat lastig zijn.” Tegenwoordig krijgt een patiënt een implantaatkaart mee nadat het implantaat geplaatst is waar al deze informatie op staat. Dat scheelt een hoop zoekwerk. Dit is inmiddels goed geregeld, weet Meike. “Petje af voor alle betrokkenen!”
René: “We krijgen vooral meldingen van patiënten, veel minder van zorgprofessionals. We zouden graag meer informatie van hen willen, omdat zij op een andere manier kijken. Zij zien veel patiënten en weten precies hoe de ingreep rond een implantaat verloopt. Zij kunnen dus vergelijken tussen verschillende patiënten en verschillende typen implantaten en op basis daarvan melden bij opvallende verschillen."
Veel overleg
De beoordelaars overleggen veel met elkaar, bijvoorbeeld over onduidelijkheden. Om de week nemen alle beoordelaars samen de meldingen door. Zo weten ze van elkaar wat er binnenkomt en hebben ze een overall-plaatje. Hierdoor weten ze ook of ze consistent coderen. René: “De andere week overleggen we met het hele team. Dan schuiven enkele experts aan op het gebied van implantaten en epidemiologie. Zij brengen heel veel extra kennis mee en we bespreken verder wat er hoog over buiten het RIVM speelt. Passen de patronen die wij zien ergens bij? Of andersom: als zij iets gehoord hebben, herkennen we dat?” Meike was 5 jaar geleden betrokken bij de oprichting van MEBI en is erg te spreken over het team. “We zijn heel gedreven en kundig.”
Soms is er aanleiding om gemelde bijwerkingen verder te gaan onderzoeken; dat heet een analyse. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, bijvoorbeeld als een nieuwe bijwerking is opgetreden bij een bekend implantaat, of als een bekende bijwerking opeens relatief veel gemeld wordt. Dit kan uiteindelijk tot een signalering of een attendering leiden: een waarschuwing van MEBI aan het algemene publiek, zorgprofessionals en de overheid. Het algemene publiek is dan geïnformeerd en zowel zorgprofessionals als overheid kunnen dan op hun eigen terrein in actie komen.
Patronen
Niet alles leidt tot een signalering of een attendering. Meike: “Als er veel van dezelfde, bekende klachten binnenkomen, melden we dat in een factsheet. Dan weet iedereen toch wat er speelt.” Zo’n factsheet stimuleert ook om mensen meldingen te laten doen. Het is zo belangrijk dat mensen blijven melden, benadrukt ze, zowel patiënten als zorgprofessionals. Anders kunnen we ons werk niet doen. “Hoe meer meldingen we binnenkrijgen, hoe groter de kans is dat we een patroon vinden.” Aandacht in de media helpt ook. “Na een tv-uitzending over vermoede bijwerkingen, zien we de week erna een piek in de meldingen,” aldus Meike. “Ook proberen we zelf aandacht te genereren door bijvoorbeeld video’s te laten draaien in de wachtkamers van huisartsen.
Er is veel veranderd in de afgelopen jaren. Zo zijn er vragen toegevoegd aan het meldformulier. De mensen van MEBI werkten lange tijd samen met Lareb, omdat zij veel kennis hebben van het registreren en analyseren van bijwerkingen van geneesmiddelen. Ze zaten tot begin dit jaar in het team. Die kennis is inmiddels overgedragen; de MEBI-mensen kunnen het nu volledig zelf.
Maar er zijn ook dingen die MEBI niet doet. René: "We kunnen mensen met gezondheidsklachten niet zelf helpen en verwijzen hen voor medisch advies daarom door naar hun arts. We observeren. Met ons werk helpen we andere mensen dan de melder zelf. Maar het doen van een melding kan de melder zelf ook goed doen. Behalve dat ze er daardoor aan kunnen bijdragen dat anderen niet hetzelfde overkomt als zij, willen ze ook zelf graag gehoord worden. MEBI is daar een plek voor, een plek waar begrip is. Ik vind dat een belangrijke taak.”
Schrijnende verhalen
Meike voegt daaraan toe: “We hebben heel nuttig en divers werk maar het is ook best heftig. Er komen hele schrijnende verhalen langs. Maar doordat ons werk mogelijke gezondheidsproblemen met implantaten eerder kan signaleren, heeft het daarom wel echt meerwaarde voor de samenleving.”