Tekst Wieteke Zwijnenberg
De mensen van de MOD staan dag en nacht klaar om hulpverleners in de veiligheidsregio’s te ondersteunen. En u weet ons te vinden. In 2023 zijn we 27 keer gevraagd om ondersteuning. En de teller in 2024 staat al op 10. Brand, stankoverlast en drugsincidenten kwamen het meest voor. Als het nodig is, komen we, maar we ondersteunen ook op afstand met deskundigheid. Bijvoorbeeld op basis van verspreidingsberekeningen, toxicologie of met advies over de noodzaak van metingen. En we analyseren regelmatig de luchtmonsters van de uitgeleende canisters. Veel aandacht kregen de stankoverlast in Tiel en de brand bij AVR in Rotterdam.
In dit artikel halen we een aantal inzetten naar voren die ons in het afgelopen jaar het meest bijgebleven zijn. Bijvoorbeeld omdat ze veel aandacht kregen in de media. De communicatie over een inzet en de resultaten ervan ligt bij de veiligheidsregio. Dus we noemen hier alleen de uitkomsten die openbaar zijn gemaakt.
Het jaar in cijfers
In 2023 is de MOD 27 keer ingezet. Een stijging ten opzichte van de 20 keer in 2022. In 10 van deze situaties ging het om stankklachten en/of onwelwordingen. Mogelijk door gevaarlijke stoffen.
3 keer was er sprake van brand.
2 keer ging het om de identificatie van een onbekende stof.
2 inzetten waren in het kader van het Protocol Verdachte Objecten en
5 in verband met een drugslaboratorium of drugsafval. We deden
2 keer een kwikmeting, gaven
3 keer advies over de risico's van het vrijkomen van (bekende) stoffen.
10 keer werd de veldploeg van de MOD ingezet.
De teller voor 2024 staat al op 12 inzetten.
4 keer een veldinzet voor metingen, monstername en analyse ter plaatse.
4 keer analyse van aangeleverde canisters door brandweer op RIVM.
4 keer advies op basis van verspreidingsberekening, toxicologie en over nut van metingen.
Drie voorbeelden
Geuroverlast in Tiel
'Gaslucht' in Tiel: 'Ruik je het? Ga daar weg' kopte omroep Gelderland op 12 augustus 2023. Een groot deel van de Tielse binnenstad werd die dag voor alle verkeer afgesloten. Een inzet die regionaal veel media-aandacht heeft gekregen. De MOD heeft monsters genomen van lucht, riool en water. Deze zijn geanalyseerd, net als de canisters. Na onderzoek konden we de stof identificeren. Het bleek om tetrahydrothiofeen te gaan. Of zoals omroep Gelderland meldde: ‘onplezierig ruikende geurstof ging die normaal wordt toegevoegd aan (reukloos) aardgas’. Het spul rook vies, maar was volgens de veiligheidsregio Gelderland Zuid absoluut onschadelijk. Hoe de stof in het riool terecht kon komen, is onduidelijk gebleven.
Dioxine-onderzoek na brand AVR Rotterdam
Een langdurige, grote brand in een afvalverwerkingsbedrijf is altijd goed voor aandacht. Bij deze type branden bestaat het risico dat er schadelijke stoffen, zoals dioxinen vrijkomen. Stoffen die in de omgeving terechtkomen en schadelijk kunnen zijn voor dieren en mensen.
De MOD is bij deze brand dan ook ingezet om depositiemetingen te doen op gras. Omdat de analyse van dioxine op gras enige dagen in beslag neemt, is er voor de tussentijd uit voorzorg geadviseerd dat veehouders in de regio hun vee binnen moesten houden en groente uit eigen tuin goed gewassen moest worden. Uiteindelijk duurde de brand drie dagen.
Dioxine vrijgekomen bij brand afvalverwerker Rotterdam (nos.nl)
Geurklachten Groningen
In Groningen was er sprake van een onbekende geur. Enkele mensen werden onwel. Om snel een resultaat te kunnen delen heeft de MOD ter plaatste in het mobiele laboratorium de canisters geanalyseerd. Diezelfde avond nog bleek styreen de oorzaak van de stankoverlast.
Bericht van Omroep Groningen: Styreen blijkt oorzaak van ‘vreemde lucht’ in woningen aan Oosterhaven, bewoners mogen terug naar huis.