Tekst Niels van Veen
In het kader van het project DESIRE heeft de MOD een aantal prototype sensorkits gebouwd. Deze sensorkits zijn zo ontworpen dat ze bij een brand of bij het vrijkomen van een gevaarlijke stof het effectgebied kunnen volgen in de tijd. Doordat het verloop van luchtconcentraties over langere tijd wordt gemonitord, zijn veranderingen zichtbaar die bij enkelvoudig uitgevoerde metingen gemist kunnen worden. Op dit moment zijn er zeven prototype sensorkits beschikbaar. Dit aantal breiden deze zomer nog uit tot zestien. In de komende periode willen we meer praktijkervaring opdoen om te zien waar eventuele knelpunten in het gebruik naar voren komen.
Het doel van DESIRE-sensoren
Het project DESIRE wil de inzet van sensoren in de regio mogelijk maken. De sensoren moeten vooral een bijdrage leveren bij langdurige incidenten met een effectgebied, zoals natuurbranden of branden zonder pluimstijging. Dankzij de VOC-sensoren zouden de kits mogelijk ook van toegevoegde waarde kunnen zijn bij een emissie of een lekkage van sommige vloeistoffen of gassen. Ook kunnen sensorkits in woningen in een effectgebied geplaatst worden. Zo is het mogelijk om te monitoren welke blootstelling binnenshuis plaatsvindt en in welke mate maatregelen, zoals schuilen, nog effectief zijn. De sensoren zijn een aanvulling op de bestaande capaciteit van de MOD voor meten, monstername en analyse. De sensoren leveren extra informatie op om de verspreiding van gevaarlijke stoffen te volgen in de tijd.
De stoffen die de sensoren kunnen meten
DESIRE-sensorkits zijn kleine kastjes met sensoren die meetwaarden naar een database van het RIVM sturen. In iedere kastje zitten dezelfde sensoren voor het meten van fijnstof (PM10 en PM2,5), CO, CO2 en VOC. De sensorkits zijn ontworpen om enkele uren te meten. Met externe voeding kunnen ze ook meerdere dagen luchtconcentraties monitoren. De meetwaarden van de sensorkits zijn vervolgens visueel te raadplegen in een geo-applicatie.
Prototype zoekt praktijkervaring
De eerste prototypen zijn opgeleverd. Voordat we overgaan tot een implementatie ervan binnen de MOD, willen we eerst praktijkervaring opdoen met de huidige prototypes. Dat kan leiden tot verbetering van de sensorkits zelf (hardware en software) en de manier waarop ze in de praktijk ingezet kunnen worden. We kunnen bijvoorbeeld het ontwerp aanpassen, als blijkt dat het zinvol is. Omdat we nog weinig ervaring hebben met de sensorkits, ligt er nog geen strak inzetplan klaar.
Betrokken bij een inzet? Denk dan aan DESIRE
Mocht je betrokken zijn bij een incident met een langdurig effectgebied, dan kunnen de DESIRE-kits mogelijk helpen bij de beeldvorming. Daarmee help je de MOD om de nodige ervaring op te doen met de (on)mogelijkheden van de DESIRE-sensorkits. Je kunt hiervoor de MOD-coördinator benaderen en de mogelijkheden bespreken.