Tekst Leendert Gooijer
Om binnen het CBRN-werkveld de samenwerking tussen het safety en het security domein te versterken heeft het RIVM in 2022 het CBRN-signaleringsoverleg opgezet. Deze samenwerking is niet vanzelfsprekend, maar heeft in de praktijk meerwaarde voor het hele CBRN-werkveld.
Versnippering van signaleringsactiviteiten
Het chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair (CBRN) werkveld is breed en er zijn veel verschillende organisaties actief. Een belangrijk gemeenschappelijk aspect van het CBRN-werkveld is het voorbereid zijn op onbekende of nieuwe CBRN-risico’s. Dat kan variëren van trends en ontwikkelingen tot grootschalige en (mogelijk) maatschappij-ontwrichtende incidenten of rampen. Veel organisaties hebben hiervoor signaleringsactiviteiten ingericht, al dan niet in samenwerking met andere organisaties. Omdat de CBRN-expertise binnen Nederland echter versnipperd is, is het de vraag welke CBRN-signalen door wie worden opgepakt en met welke partijen worden gedeeld. Waar is er overlap en (belangrijker) waar zijn er hiaten?
Samenwerking van safety en security partijen
Het RIVM heeft deze vragen onderzocht. Eén van de conclusies uit het onderzoek is dat de verbinding tussen het safety en het security domein meerwaarde heeft voor de signalering. Om dit te verbeteren heeft het RIVM in 2022 het CBRN-signaleringsoverleg opgezet. Deelnemers uit zowel het safety als het security domein delen en bespreken CBRN-signalen met elkaar. De informatie van de verschillende organisaties geeft bij elkaar een goed beeld van de situatie. Afhankelijk van het signaal en de duiding kunnen maatregelen genomen worden om moedwillige verspreiding van CBRN-agentia terug te brengen, aanslagen te voorkomen of de respons te verbeteren.
Twee voorbeelden van signalen voor het overleg
Hierbij twee voorbeelden van signalen om het wat concreter te maken.
Het eerste is een signaal over dual-use CBRN-goederen. Dual-use wil zeggen dat de goederen zowel een civiele als militaire toepassing kennen. Deze goederen kunnen zonder vergunning worden ingevoerd in de EU en dus ook in Nederland. Controle dient (in principe) plaats te vinden in het land van verzending, maar het is de vraag of dat altijd wordt gedaan. Bij een dergelijk signaal gaat het met name om de vraag hoe deze zaken in Nederland zijn georganiseerd. Is er een meldpunt? Wie heeft welke rol en zijn alle organisaties daarvan op de hoogte? Kunnen (of mogen) ze optreden als dat nodig is?
Dit soort vragen komen ook naar voren bij een signaal dat gaat over het kopen van licht radioactief materiaal via internet. De hoeveelheden zijn zo klein dat die vrijgesteld zijn volgens de wet vervoer gevaarlijke stoffen. Ingrijpen is hierdoor lastig. Bij dergelijke signalen is het de vraag of het bestelde materiaal gedetecteerd kan worden en wat de mogelijke vervolgacties zijn.
Deze voorbeelden zijn relevant voor verschillende partijen die deelnemen aan het CBRN-signaleringsoverleg. Het bespreken van dergelijke signalen geeft inzicht in elkaars werkwijze en levert vaak ideeën voor verbetering op.
Versterking van het CBRN-werkveld
Het RIVM heeft het signaleringsoverleg georganiseerd en gefaciliteerd. Een belangrijke constatering is dat het de spelers in het CBRN-werkveld verbindt. De uitleg en discussie bij het bespreken van de signalen is van meerwaarde en geeft een meer compleet beeld van bestaande processen en eventuele risico’s. Het overleg brengt partijen bij elkaar en stimuleert informatiedeling, afstemming en gezamenlijke agendavorming. Door het CBRN-signaleringsoverleg komen hiaten en aandachtsgebieden aan het licht die bij relevante organisaties worden aangekaart. Hiermee draagt het overleg bij aan de versterking van het gehele CBRN-werkveld.