Tekst Robin van Leerdam, Inge van Driezum en Marcel Broekman
In Nederland worden in illegale laboratoria veel synthetische drugs gemaakt, zoals amfetamine en XTC. Elk jaar ontdekt de politie ongeveer 200 dumpingen van het afval dat hierbij overblijft. Het RIVM heeft in kaart gebracht in hoeverre dit schadelijk kan zijn voor de kwaliteit van het drinkwater.
Het afval dat overblijft bij de productie van drugs bevat veel stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Het afval wordt onder andere in vaten in de natuur en op straat gedumpt, of op het riool geloosd. Dat gebeurt ook in de buurt van waterwinningen; de meeste in de zuidelijke provincies en in het oosten van het land.
Het RIVM heeft daarom in kaart gebracht in hoeverre dit schadelijk kan zijn voor de kwaliteit van het drinkwater.
Hieruit blijkt dat ongeveer 20 procent van de dumpingen plaatsvindt in de buurt van of in gebieden waar water uit de grond wordt gehaald voor de bereiding van drinkwater (grondwaterbeschermingsgebieden). Daarnaast zijn in gezuiverd rioolwater van enkele rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) in het zuiden van Nederland regelmatig sporen of zelfs hoge concentraties van synthetisch drugs gevonden. Deze stoffen zijn ook in enkele oppervlaktewateren gevonden. Deze verontreinigingen kunnen invloed hebben op de kwaliteit van het water dat wordt gewonnen voor de drinkwaterbereiding.
Het afval van de drugsproductie is vaak een mengsel van stoffen. Voorbeelden zijn oplosmiddelen, zuren en basen, en de stoffen om de drugs van te maken. Deze schadelijke stoffen worden niet standaard gemeten in het Nederlandse watersysteem. Het RIVM beveelt aan om dat op meerdere plekken in de waterketen te doen. Dat wil zeggen: in gezuiverd rioolwater, grondwater, oppervlaktewater en op de plekken waar water wordt gewonnen voor de bereiding van drinkwater.
Met meer meetgegevens kan beter worden beoordeeld hoe de stoffen zich verspreiden, of mensen eraan blootstaan via drinkwater en welke schadelijke effecten dat kan hebben. Ook beveelt het RIVM aan om te bepalen tot welke concentraties in drinkwater deze stoffen gezondheidskundig zeker veilig zijn (drinkwaterrichtwaardes).
Verder is het belangrijk dat de partijen die als eerste bij een dumping zijn (politie en brandweer) goed communiceren met drinkwaterbedrijven en waterschappen. Het RIVM beveelt aan om een protocol te ontwikkelen zodat duidelijk is wie op zo’n moment welke maatregelen kan nemen. Als de betrokken partijen elkaar beter en sneller kunnen vinden, kan de schade van de dumpingen worden verminderd.