Tekst Teetske van Gorcum en Jasper Tomas
Door de oorlog in Oekraïne ontstonden er in februari en maart van dit jaar zorgen over de veiligheid van Oekrainse nucleaire installaties. Het gebied rond Tsjernobyl werd bezet en er waren gevechten bij de kerncentrale van Zaporizja. Deze onrust werd nog aangewakkerd omdat Poetin dreigde met de inzet van tactische kernwapens. In Nederland hield en houdt de Ongevalsorganisatie Straling (OOS) de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Ook heeft de OOS verschillende scenario’s uitgewerkt, mocht de nucleaire situatie in Oekraïne ook voor Nederland gevolgen hebben.
Tsjernobyl
Eind februari bezetten Russische militairen het gebied rond Tsjernobyl. De OOS hield de meetposten in het gebied daarom extra in de gaten. De meetresultaten waren in die periode vrij grillig: soms werd een verhoogd stralingsniveau gemeten, tot 16x hoger dan het voor dat gebied normale stralingsniveau. Ook verdwenen er plotseling meetposten van de website.
Verschillende landen opperden dat de verhogingen het gevolg konden zijn van verplaatsing van zwaar militair materieel. Dat was echter niet de enige oorzaak, bleek uit berekeningen van de OOS. Een andere mogelijkheid was een verstoring van de meetposten door (militaire) elektronische apparatuur. In dat geval zou er geen daadwerkelijke straling gemeten zijn, maar zou de meetapparatuur of de (draadloze) dataoverdracht verstoord zijn geweest.
Een voor de nucleaire veiligheid mogelijk risicovolle situatie trad op toen tijdens de bezetting enkele keren de stroomvoorziening van de faciliteiten in Tsjernobyl uitviel. Hierdoor is de koeling van verbruikte splijtstofstaven afhankelijk van dieselgeneratoren. Een ander risico zijn menselijke fouten. In februari en maart werd het personeel wekenlang niet afgelost, waardoor het risico op menselijke fouten of uitval van personeel op de loer lag.
Zaporizja
De kerncentrale in Zaporizja werd begin maart beschoten. Een bijgebouw vloog daarbij in brand. Totdat de website offline ging vertoonden de meetwaarden van de kerncentrale geen verhogingen. Ook de internationale website EURDEP toonde alleen achtergrondniveaus in het gebied.
In Nederland werd direct besloten om het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn) te activeren. Zo konden de risico’s voor Nederland in kaart gebracht worden. De OOS neemt deel aan het back office van het CETsn, ook Radiologisch en Gezondheidskundig Expertise Netwerk (RGEN) genoemd. Het RGEN (in beperkte samenstelling) verzamelde direct de beschikbare stralingsmetingen en gaf prognoses hoe de radioactiviteit zich bij een ongeval zou kunnen verspreiden.
Uit deze prognose bleek dat een eventuele radioactieve wolk Nederland niet of pas na een week zou bereiken (afhankelijk van de dag/tijdstip waarop geloosd zou worden). In dat geval zou de radioactiviteit zo ver verdund zijn, dat directe maatregelen in Nederland niet nodig zouden zijn.
Kernwapens
De inzet van kernwapens is niet als scenario opgenomen in het Landelijk Crisisplan Straling (LCP-S). Dus nadat Poetin dreigde met inzet van kernwapens, boog de OOS zich met samenwerkingspartners direct over dit scenario. De OOS heeft verspreidings- en dosisberekeningen gemaakt waaruit blijkt dat door verdunning en radioactief verval de concentratie radioactieve stoffen die in Nederland aankomt zeer beperkt zal zijn. Mocht er een kernwapen worden gebruikt in Oekraïne, dan zullen in Nederland directe maatregelen, zoals schuilen, evacuatie of jodiumprofylaxe, waarschijnlijk niet nodig zijn.
Wel kan het nodig zijn om maatregelen voor de voedselketen te treffen. In dat geval zal de OOS de verspreiding in kaart brengen door middel van modellering in combinatie met een uitgebreide (internationale) meetcampagne.
Paraat
De OOS is altijd paraat om bij een (ver)nieuw(d)e dreiging de situatie in kaart te brengen en te duiden. De technische analyses van de OOS en kennispartners in het RGEN kunnen gebruikt worden in de adviezen aan landelijke en regionale bestuurders over eventueel te nemen maatregelen. Daarnaast kunnen de analyses zonodig communicatieboodschappen aan bevolking en hulpdiensten onderbouwen.